7. Onderzoeksvoorstel en Methoden van Onderzoek
7.1 Onderzoeksvoorstel
Nadat je:
-
vooronderzoek hebt gedaan (zie Jaar 1 hoofdstuk 2 en Jaar 2 hoofdstuk 1)
-
jouw onderwerp hebt bepaald door het opsporen van hiaten in het onderzoeksveld, wat in feite ‘het probleem’ is, en jouw doelstelling hebt geformuleerd (zie Status Quaestionis)
-
daaruit voortkomend jouw vraagstelling hebt geformuleerd (zie Jaar 2 hoofdstuk 1)
dien je een onderzoeksvoorstel in bij jouw docent.
Merk op dat de doelstelling en de vraagstelling (hoofd- en deelvragen) onderdeel uitmaken van het onderzoeksvoorstel. De vraagstelling is de concrete uitwerking van de doelstelling. De doelstelling bevat het waarom van het onderzoek (opvullen van het ‘hiaat’, gevonden uit de Status Quaestionis), de vraagstelling gaat over wat nodig is aan kennis om die doelstelling te bereiken. De doelstelling zegt iets over het onderzoeksbelang, de vraagstelling geeft heel specifiek weer waarover het onderzoek gaat, dus wat precies wordt onderzocht. Doel- en vraagstelling samen vormen de probleemstelling. De vraagstelling is dus iets anders dan de doelstelling. Ook is het niet hetzelfde als het onderwerp van onderzoek.
Het doel van het onderzoeksvoorstel is om jouw docentbegeleider te laten weten wat je wilt gaan doen, daarop expert- en/of peerfeedback te vragen (hyperlink naar Jaar 3 hoofdstuk 5) en daarvoor toestemming te krijgen. Als het voorstel is goedgekeurd, kun je met een gerust hart aan jouw eindwerkstuk beginnen.
Onderdelen uit het onderzoeksvoorstel verwerk je vervolgens in de scriptie, voornamelijk in de inleiding.
7.2 Methoden van Onderzoek
Tekst volgt in februari 2020.